Ontstaan van osteopathie
Osteopathie is een manuele geneeskunde en vindt zijn oorsprong in het begin van de vorige eeuw. Het is ontwikkeld door de Amerikaanse arts Andrew Taylor Still (1828-1917). Hij onderzocht patiënten waarbij hij zijn medische kennis gecombineerd heeft met zijn eigen, nieuwe inzichten. Hij zag in dat alle lichaamsweefsels een bepaalde mate van beweeglijkheid hebben én moeten hebben. Want, zo merkte hij ook op, een verlies van deze beweeglijkheid heeft een nadelige invloed op de gezondheid. Met zijn handen leerde hij weefsels te onderzoeken en behandelen. Op deze manier wist hij de verminderde beweeglijkheid in het lichaam op te sporen en te herstellen. Inmiddels is osteopathie uitgegroeid tot een internationaal erkend beroep.
“Daar, waar de weefsels goed beweeglijk zijn, krijgt ziekte geen kans.”
Andrew T. Still
Filosofie
De osteopaat bekijkt het lichaam als één geheel en onderzoekt en behandeld de drie bewegingssystemen in het lichaam:
- Het pariëtale systeem (bewegingsapparaat): gewrichten, spieren, pezen, banden
- Het viscerale systeem (orgaansysteem): organen, vliezen, bloedvaten, lymfe
- Het cranio-sacrale systeem: schedelbotten, wervelkolom, ruggenmergsvlies, hersenvliezen en hersenvochtcirculatie
In een gezond lichaam zijn deze systemen met elkaar in evenwicht. Gedurende ons leven wordt het lichaam vaak belast waardoor dit evenwicht verstoord kan raken. Dit kan gebeuren door littekenweefsel na een operatie, door sporttrauma, door ongeluk, door overbelasting, slechte voeding, etc. Hierdoor kan één of meerdere systemen in de problemen raken en elders in het lichaam klachten veroorzaken. Een osteopaat richt zich daarom ook niet zozeer op de klachtenregio maar gaat juist opzoek naar de oorzaak van deze klacht. Deze oorzaak bevindt zich vaak in een heel ander gebied, dan waar u de klachten ervaart.
Een osteopaat heeft kennis van anatomie, fysiologie, pathologie, neurologie en embryologie. Deze kennis combineert hij met de drie belangrijkste principes waarop osteopathie zich baseert:
Principes
- De mens is een ondeelbaar geheel. Een eenheid waarin alle systemen elkaar beïnvloeden. Dit is een holistische denkwijze.
- Er is altijd interactie tussen structuur en functie. Wanneer de functie van weefsel veranderd dan veranderd ook zijn structuur en andersom. Denk aan daarbij aan een bal, wanneer men hier niet mee rolt maar mee schuift wordt het een vierkant. Wanneer men met een vierkant gaat rollen wordt het een bal. In het lichaam zijn we dit terug bij bijvoorbeeld terug in een verstoord gewricht, wanneer men dit ‘fout’ belast treedt er slijtage op.
- Osteopathie spreekt het zelfherstellend vermogen van het lichaam aan. Wanneer alle systemen goed werken zorgt het lichaam er zelf voor dat er geen ziekte ontstaat.
“Osteopathie is anatomie, anatomie, anatomie”
Andrew T. Still